De plagiocephalie – schedelvervorming bij baby’s

Wat is plagiocephalie?

Plagiocephalie is de medische term voor een vervormde schedel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen vervormingen die al voor de geboorte zijn opgetreden en anatomische oorzaken hebben (craniosynostose), en vervormingen die zijn ontstaan door positionering die worden veroorzaakt door de vervormbaarheid van de schedelbotten (positionerings gerelateerde vervorming van het hoofd).
Het feit dat de schedel uit meerdere zachtere botstructuren bestaat, die in de loop van de ontwikkeling alleen maar verharden is tijdens de geboorte een voordeel. Dit omdat de baby zich daardoor beter door het smalle geboortekanaal kan bewegen, en omdat de hersenen zich in het eerste levensjaar exponentieel ontwikkelen. Op geen enkel moment in het leven leren we zoveel als in deze tijd. Dit is van buitenaf te zien aan de groei van de schedel, die pas aan het einde van het eerste levensjaar zijn definitieve vorm krijgt en dan al 80 procent van zijn uiteindelijke omvang heeft bereikt.
Een nadeel kan bijvoorbeeld zijn dat de kraakbeenvoegen (sutura) tussen de schedelbotten in de baarmoeder al kunnen uitharden. Dit leidt meestal tot een asymmetrie, die ook wel craniosynostose wordt genoemd. Ook kan het hoofdje van de baby zich in de buik van de moeder vervormen als het te lang tegen de bekkenbotten van de moeder drukt (stuitligging).
Ook in het verdere verloop van het leven kan het hoofdje van de baby vervormen (door het steeds op de rug liggen of iedere keer op dezelfde zijde). In deze situatie wordt de hoofdvervorming veroorzaakt door de positionering van het hoofd. Het is een positionerings gerelateerde vervorming. Een scheef hoofd wordt plagiocephalus genoemd, een plat hoofd een brachycephalus. Het platte hoofdje groeit uit zichzelf weer weg en is klinisch niet relevant.
Wat is de medische definitie van een plagiocephalie?

Als definitie van plagiocephalie kan de beschrijving worden gegeven als een asymmetrisch afgeplatte achterkant van het hoofd bij zuigelingen. Vooral het achterste schedelbeen, het os occipitalis, is hierbij betroffen. Het gaat hier om een posterieure plagiocefalie. Dit kan zowel rechts als links plaatsvinden. Dit is mogelijk omdat er zogenaamde weefselhechtingen of kraakbeenvoegen (sutura) aanwezig zijn tussen de schedelbotten, die indirect functioneren als gewrichten.
Er bestaat een internationale codering voor elke ziekte en deze duidelijk definieert. Dit wordt bepaald door de WHO (World Health Organization). Dit zijn de diagnostische sleutels van de ICD 10 (International Classification of Diseases). Voor plagiocefalie is de ICD 10-code Q67.3.
Er is ook het zogenaamde Argenta-indeling. De Amerikaanse arts Louis Argenta heeft occipitale, posterieure plagiocefalie bij zuigelingen ingedeeld in vijf typen. Men spreekt bijvoorbeeld van Argenta type 2 als de ooras is verschoven (zogenaamde ear-shift), of van Argenta type 3 als ook het voorhoofd uitpuilt.
Een kleine tip: beoordeel het hoofdje van uw baby met nat haar na het baden.
Om de positie van de oren te beoordelen, kijkt men links en rechts voorbij het hoofd – zoals te zien is in de video.
Veel baby’s worden geboren met een asymmetrische hoofdvervorming. Dit betekent dat de schedel beweegt bij de geboorte, maar voor de meesten neemt dit ook af in de eerste levensweken. Bij andere zuigelingen ontstaat de asymmetrie pas na de geboorte. Daarom spreekt men alleen van een positionerings gerelateerde plagiocephalus bij zuigelingen van de 6e tot de 8e week.
Wat zijn de gevolgen?

De mate waarin de hersenen worden aangetast door een dergelijke hoofdvervorming kan niet duidelijk worden aangetoond, maar vertragingen op het gebied van taalontwikkeling, cognitieve ontwikkeling en psychomotorische vaardigheden kunnen niet worden uitgesloten, wat ook van invloed kan zijn op schoolprestaties.
Het evenwichtsgevoelwordt belemmerd door het verschuiven van de ooras. Dit bemoeilijkt de motorische ontwikkeling van peuters. Bovendien kan de ventilatie van het middenoor door de buis van Eustachius worden beperkt en kan zelfs de gehoorgang worden vernauwd, wat zowel het gehoor kan verminderen. Als het kind later een bril nodig heeft, kan de aanpassing erg complex zijn als de afstand tussen neus en oor aan beide kanten anders is.
De kaakbotten en kaakgewrichten worden ook aangetast. Een asymmetrie van de boven- en onderkaak, die tot een valse beet leidt, zou in de adolescentie als gevolg moeten worden behandeld. De asymmetrie kan ook het gezicht levenslang veranderen, wat psychisch erg stressvol kan zijn.
De vervorming van de schedel omvat ook de basis van de schedel, en aangezien de halswervels ook vervormbaar zijn, kunnen deze ook asymmetrisch naar elkaar verschuiven. Dit leidt nu tot een verminderde mobiliteit van het hoofd en de wervelkolom. Het geheel kan worden versterkt door een voorkeurshouding ten opzichte van een favoriete kant van de baby. Als de kinderen dan rechtop gaan zitten en staan, wordt het hoofd vaak scheef gehouden – wat kan leiden tot een scoliotische verkeerde houding. De spieren zijn aan één kant meer gespannen wat zich uit in schouder, nek en hoofdpijn. In hoeverre het de zenuwbanen aantast en effect heeft op de spijsvertering, kan niet sluitend worden beantwoord. Als dit echter niet wordt behandeld, kan de perceptie van het hele lichaam worden verstoord, wat zelfs uitgesproken is bij volwassenen. Op lange termijn kan dit ook leiden tot verdere rompasymmetrie.

Welke preventie wordt aanbevolen?
De ouders kunnen niets doen aan de vervorming van de schedel in de baarmoeder. Maar tegen de daaropvolgende vervorming van de achterkant van het hoofd is iets doen. Hier wordt door therapeuten het wisselen van de ligzijden oftewel de variabele positionering aanbevolen. Het is erg belangrijk om aandacht te besteden aan het risico van plotselinge kindsdood. De kinderafdeling van de Duitse Vereniging voor Slaaponderzoek en Slaapgeneeskunde (Kindergeneeskunde van de DSMG) heeft er een in 2012 richtlijn uitgebracht, waarin met name duidelijk wordt aangegeven dat zuigelingen in het eerste levensjaarniet op hun buik mogen slapen. Wij hebben actuele informatie over het voorkomen van plotselinge kindsdood van Prof. Dr. Poets en collega’s voor u beschikbaar.
Omdat baby’s niet in staat zijn om langere tijd op een zijde te blijven liggen, wordt over het algemeen de voorkeur gegeven aan de rugligging. Dit bevordert echter alleen maar de vervorming van de schedel van het kind. Daarom wordt hier als preventieve maatregel de zijligging aanbevolen, waarbij de baby door een kussen zodanig ondersteund en beschermd moet worden dat hij niet op zijn buik of rug kan rollen.

Welke therapie is mogelijk?
Voor de behandeling van een plagiocephalie zijn fysiotherapeuten en osteopaten de aangewezen personen. Zij kunnen bijvoorbeeld bewegingsblokkaden in de wervelkolom oplossen. Ook betrekken zij de ouders bij de behandeling en wordt hen aangeleerd de hoofdvorm van de baby te beoordelen en samen met de baby de buik- en rugspieren door middel van simpele oefeningen te stimuleren.
Daarnaast bevelen therapeuten, kinderartsen en verloskundigen de variabele zijwaartse positionering aan met behulp van een veilig positioneringskussen, zoals bij het VARILAG-baby positioneringskussen. Het doel is om de groei te sturen door het eigen gewicht dat op de prominente zijde van de schedel rust. Dit gebeurd tijdens de slaapuren om zo de vervorming zo effectief mogelijk te compenseren.

De zogenaamde helmorthese is ook ontwikkeld als medisch middel. Deze op maat gemaakte kunststof helm is individueel aangepast aan het kind en werkt als een beugel. Dit betekent dat helmtherapie wordt gebruikt om de groei van de schedel specifiek te begeleiden. De helmbehandeling voor plagiocephalus dient dus om het bovenste deel van het hoofd te corrigeren. De oor-as, de kaakbotten en de halswervelkolom kunnen er echter niet mee worden behandeld. De helmorthese wordt bij voorkeur gebruikt voor oudere kinderen bij wie de hoofdvervorming zeer laat is vastgesteld en bij wie de plagiocephalie ook zeer uitgesproken is. Zorgverzekeraars dekken de kosten van de helmtherapie vaak niet meer omdat de effectiviteit ervan niet voldoende kon worden aangetoond.
Een positionerings gerelateerde plagiocefalie hoeft niet te worden behandeld met een chirurgische ingreep. Er is hier geen medische indicatie voor.
Meer over het onderwerp
- Medische informatie over houdingsasymmetrie bij zuigelingen
- De hoofdvorm van baby’s, alles wat u moet weten
- Hoofdvervorming bij uw baby –
wat zijn de therapeutische opties? - Zijslaapkussens, baby wigkussens en meer – een vergelijking
- Een hoofdkussen voor baby’s tegen hoofdvervormingen?
- Helmtherapie bij baby’s – de voor- en nadelen in één oogopslag
- De plagiocephalie – schedelvervorming bij baby’s
- De halswervelkolom – haar belang bij de zuigeling
- Wat te doen tegen plotselinge kindsdood?
FAQ
Wat te doen bij een scheef hoofdje?
Als het hoofdje van uw baby scheef staat, gaat u dan eerst naar een arts of therapeut en praat met hem of haar over wat u moet doen. Daar ervaart u hoe u de vorm van uw baby’s hoofdje kunt beïnvloeden, hoelang en hoe vaak u de baby op een zijde kunt positioneren en waarop men daar moet letten. Ook leert u hoe u de baby kunt helpen om zijn hoofdje niet altijd richting zijn favoriete kant te houden.
Hoe kan ik vaststellen of mijn kind een houdingsafhankelijke Plagiocephalus heeft?
Leg uw kind op zijn of haar rug. Kijk van bovenaf naar het hoofd (vogelperspectief). Til het hoofdje van uw baby een beetje op zodat dat het recht ligt, met de neus naar boven. Beoordeel nu de vorm van het hoofdje.
- Is er een deel van het achterhoofd afgevlakt?
- Is het oor aan één kant van het hoofd naar voren verschoven?
- Staat het voorhoofd iets meer naar voren?
Afhankelijk van de mate van hoofd-asymmetrie kunnen alle drie de aspecten van toepassing zijn. Bespreek de volgende stappen met uw kinderarts en vraag hem of hij een positioneringstherapie geschikt acht. De kinderarts zal ook de differentiaaldiagnose uitvoeren en beoordelen of de vervorming van het hoofd daadwerkelijk wordt veroorzaakt door een houdingsprobleem.
Hoe lang kan een plagiocephalie worden behandeld?
Het antwoord is sterk gerelateerd aan de groei van het hoofd van uw kind. De groei kan gestuurd worden door positioneringstherapie. In de eerste zes maanden van het leven groeit het hoofd het sterkst – in deze tijd heeft men de grootste invloed. In de tweede helft van het eerste levensjaar kan ook de schedelvorm van uw kind worden gecorrigeerd, dit gaat normaal gesproken niet meer zo snel. Met de positioneringstherapie is, afhankelijk van de groeisnelheid, een correctie van 1 milimeter per week tussen de 4e en 8e levensmaand waarschijnlijk.